Opgelicht door Frans de Blocq – lange versie

Inleiding

Vanuit de Ziektewet had ik een re-integratietraject aangevraagd bij het UWV. Ik kwam terecht bij De Blocq Talent Management in Deventer. Al snel bleek dat Frans de Blocq meer wilde dan het standaardbudget van vijfduizend euro. Hij wilde dat ik een speciale status zou aanvragen bij het UWV, zodat hij zijn inkomsten kon verdubbelen.

Nadat er nog maar enkele paar gesprekken had plaatsgevonden probeerde Frans achter mijn rug om het traject te beëindigen. Daar kwam ik net op tijd achter, maar ik kon niet voorkomen dat hij het traject alsnog beëindigde.

Uit de urendeclaratie die ik vervolgens opvroeg bleek dat hij allerlei extra uren heeft gerekend. Dit waren uren die hij gemaakt had voor zijn bedrijfsvoering, maar niet voor mij. Dit was nooit zo afgesproken. Er was van tevoren juist een urenplanning (pdf) gemaakt en op mijn verzoek was met het UWV nadrukkelijk afgesproken (pdf) dat Frans de Blocq zich daaraan zou houden.

de reïntegratie-overeenkomst

In 2009 heb ik contact gezocht met Frans de Blocq, loopbaancoach van CHOICE te Deventer. Ik ontving op dat moment een uitkering van het UWV. Aangezien ik recht had op een reïntegratiebudget besloot ik daar gebruik van de maken. Dit is niet verplicht, maar ik wilde graag van de mogelijkheid gebruik maken.

Nadat ik in maart 2009 een kennismakingsgesprek had gehad en zijn indrukwekkende CV had gezien, deed ik de mondelinge toezegging aan Frans de Blocq om met hem in zee te gaan. Frans liet de uitvoer van het traject over aan Cristine van der Glas te Deventer, eveneens loopbaancoach van CHOICE, met wie hij een nauwe samenwerking heeft. Ook zij was academisch opgeleid en beschikte over ruime werkervaring en een mooi CV.

Nadat ik had toegezegd met Frans de Blocq een overeenkomst te zullen sluiten bleek al snel dat hij meer wilde dan het budget van 5000 euro. Hij vroeg me of ik een speciale status wilde aanvragen. Daardoor zou hij meer geld krijgen.Tegen mij zij hij echter dat ik allerlei extra mogelijkheden zou krijgen door deze status.

Achteraf ontkende Frans de Blocq voor de rechter dat deze status op zijn initiatief was aangevraagd. Toen pas werd mij duidelijk dat het hem alleen om het geld te doen was geweest en niet om mij te helpen.

Er werd een reïntegratieplan (pdf) opgesteld, dat onderdeel uitmaakte van het Plan van Aanpak (pdf). Het budget werd beschikbaar gesteld door de afdeling Ziektewet. Arbeidsdeskundige Jan van den Berg was gedurende het traject de contactpersoon vanuit het UWV. Hij heeft het reïntegratieplan getekend op 18 mei 2009.

In het reïntegratieplan werd vastgelegd dat ik 54 uren (pdf) begeleiding zou ontvangen. Daarvan waren 2 uren voor de intake en het opstellen van het reïntegratieplan zelf. Toen de overeenkomst werd ondertekend waren die onderdelen uiteraard al aan bod geweest. Er zouden dus 52 uren overblijven voor begeleidende gesprekken.

procederen

Gedurende het traject ontnam het UWV mij tot tweemaal toe mijn inkomen. Ik moest dus tweemaal met hulp van een advocaat hiertegen procederen. Het heeft twee jaar geduurd voordat mijn recht op een inkomen correct werd beoordeeld en ik het juiste inkomen ontving.

vertraging

Het gedoe met het UWV nam erg veel tijd in beslag. Mijn ziekte bracht bovendien met zich mee dat ik erg weinig tijd en energie aan het traject kon besteden. Frans de Blocq en Cristine van der Glas hadden het traject hier ondanks hun toezeggingen niet op afgestemd. Achteraf beweerde Frans de Blocq niet te weten dat ik in de Ziektewet zat, zodat hij er geen rekening mee kon houden.

Daarnaast heeft Cristine van der Glas veel afspraken afgezegd, waardoor een vertraging ontstond van enkele maanden.

Ik heb tweemaal het verzoek gedaan aan Frans de Blocq of het traject vanwege mijn ziekte opgeschort kon worden. Dat kon. Er werd afgesproken de ingangsdatum van het traject met een half jaar te verleggen. Deze afspraak werd gemaakt met Frans de Blocq en werd door Jan van den Berg van het UWV bevestigd (pdf).

geen structuur

Gaandeweg het traject merkte ik dat er maar heel weinig structuur zat in de gesprekken. Er kwamen weliswaar tal van onderwerpen aan bod die werkgerelateerd waren, maar wat dit moest opleveren was niet duidelijk. Ik had dezelfde gesprekken in de kroeg kunnen hebben. Ik heb dit meerdere malen aangegeven.

Steeds ontving ik van Cristine van der Glas hetzelfde antwoord: “Het klopt dat ik eerst heel veel informatie van je nodig heb. Pas als ik alles heb verzameld kan ik een persoonsanalyse maken en een langetermijnvisie.”

Dat die visie geformuleerd zou worden is afgesproken onder 8.1 van het reïntegratieplan (pdf). Ook gedurende het traject werd telkens gesproken over een uitgebreide rapportage. Cristine van der Glas maakte zeer uitgebreide aantekeningen van de gesprekken, dus ging ik ervan uit dat deze als input daarvoor zouden dienen.

extra rapportage

Het viel mij op dat bijna alle tijd ging naar het onderdeel “in kaart brengen van motivatiepatronen”, waar eigenlijk maar vier uren voor stond ingepland. Ik was bang dat deze tijd ten koste zou gaan van de andere trajectonderdelen.

Cristine van der Glas stelde mij gerust door te zeggen dat het niet ging om de gemaakte uren, maar dat het veel belangrijker was dat alle trajectonderdelen goed aan bod zouden komen. Dit was op mijn verzoek ook nadrukkelijk afgesproken onder 13.2 (pdf) in het Plan van Aanpak, waar het reïntegratieplan onderdeel van uitmaakte.

Nu volgens Cristine van der Glas de eindrapportage allesbepalend was, besloot ik een tussentijdse rapportage op te vragen, zodat ik een idee kon krijgen van wat ik daarvan kon verwachten. Misschien haalde Cristine van der Glas wel meer uit de gesprekken dan ik. Zowel Frans de Blocq als Cristine van der Glas gingen met mijn verzoek akkoord (pdf).

hoeveel uren

Nu er al aardig wat uren waren verspild aan nutteloze gesprekken, terwijl Cristine van der Glas volhield dat deze niet zouden meetellen, wilde ik bovendien duidelijkheid over het aantal uren dat nog restte. Mondelinge afspraken zijn leuk, maar ik vond het tijd dat er iets op papier kwam te staan.

Bovendien wilde de gemeente in verband met haar reïntegratieverplichting ook weten hoeveel begeleiding ik nog zou ontvangen. Ik had een bijstanduitkering moeten aanvragen, omdat het UWV ten onrechte mijn uitkering had stopgezet. Dit is later allemaal teruggedraaid en verrekend, maar op dat moment zat ik tijdelijk in de bijstand. Die rompslomp had ik er dus ook nog bij.

Frans wil het traject beëindigen

Op 21 maart 2011 belde Frans de Blocq mij of het het traject nog moest doorlopen. Ik vond dat nogal een rare vraag, omdat ik nooit had gezegd te willen stoppen. Ik zei hem dat het traject gewoon moest doorlopen en in zijn mail (pdf) van diezelfde datum aan de gemeente heeft hij dan ook de juiste einddatum doorgegeven.

Op 15 april 2011 mailde Jan van den Berg van het UWV echter dat Frans de Blocq hem had verzocht (pdf) of het traject beëindigd kon worden. Ik vond dat vreemd en kreeg argwaan. Dat bleek terecht.

Ik had Cristine van der Glas gevraagd hoe vaak er contact was geweest tussen hen en het UWV. Die vraag werd op 18 april 2011 door Frans de Blocq beantwoord. Er was volgens hem (pdf) geen contact meer met het UWV over mij geweest sinds het verschuiven van de einddatum. Ik was hierdoor onaangenaam verrast. Niet alleen had Frans de Blocq zonder overleg met mij aan het UWV gevraagd of het traject beëindigd kon worden; hij verzweeg dit doodleuk toen ik er naar vroeg.

confrontatie

Onmiddellijk heb ik Frans de Blocq gebeld en hem hiermee geconfronteerd. Hij krabbelde meteen terug en zei dat het allemaal een misverstand was.

Op dat moment had ik een keuze uit twee: ofwel ik zou mijn vertrouwen opzeggen en het traject beëindigen. Er zouden dan onvermijdelijk conflicten zouden ontstaan, onder meer over mijn budget. Ook zag ik de eindrapportage in het water vallen.

De andere optie was om het traject met Cristine van der Glas te vervolgen en de actie van Frans de Blocq door de vingers te zien. Ik had met Frans de Blocq eigenlijk maar heel weinig te maken. Hij was wel verantwoordelijk voor het traject, maar Cristine van der Glas was de uitvoerder. Ik besloot voor de tweede optie te gaan.

Frans zei in het telefoongesprek ook dat hij schade leed, doordat ik waarschijnlijk niet geplaatst zou worden. Ik heb hem uitgelegd dat dat geen schade heet, maar bedrijfsrisico. Tegelijk voelde ik dat hij alles op alles zou zetten om het geld te innen zonder daarvoor een prestatie te leveren.

Nu plaatsing (het vinden van een baan) inderdaad niet haalbaar leek, hebben we de afspraak gemaakt dat de uren die hij gegarandeerd uitbetaald zou krijgen (80%) het uitgangspunt zouden zijn voor de planning. Op die manier zou hij geen bedrijfsrisico lopen. Omdat mijn vertrouwen met deze hele gang van zaken geschaad was heb ik de afspraken onmiddellijk door Frans de Blocq schriftelijk laten bevestigen (pdf).

argwaan

Ik wilde inmiddels weten (pdf) hoeveel uren er nog beschikbaar waren en ik wilde een tussentijdse rapportage. Op mijn vraag aan Frans hoeveel uren er nog beschikbaar waren reageerde hij aanvankelijk heel achterdochtig (pdf). Hij vroeg zich af waarom ik alles precies wilde narekenen. Ook schreef hij dat er uren gemaakt waren die niet waren begroot.

Hij zei dat hij volkomen transparant was naar mij en vroeg of ik bang was of hij iets verborgen hield voor mij. (Dat was ik niet, maar dat had ik beter wél kunnen zijn!) Ik heb tweemaal moeten uitleggen dat ik alleen maar wilde weten hoeveel uren er gemaakt waren, meer niet. Ik had geen behoefte om dingen na te rekenenen. Hierop kreeg ik geen reactie. Dat vond ik vreemd.

eindelijk duidelijkheid

Gelukkig reageerde Cristine wel normaal op mijn verzoeken. Met Cristine deed ik eerder het inspiratiespel. Ze had daarvan een volstrekt nietszeggend verslag (pdf) gemaakt. Van deze fout had ik geleerd en daarom had ik met betrekking tot de tussentijdse rapportage zelf een achttal punten opgesteld waarover ik duidelijkheid wilde.

Met haar mail van 16 juni 2011 (pdf) van Cristine van der Glas kreeg ik de duidelijkheid waar ik om had gevraagd. Ze mailde dat er nog maar 3 of 4 gesprekken hadden plaatsgevonden en dat ze mijn vragen onvoldoende kon beantwoorden.

Hoewel de gesprekken niet tot resultaten hadden geleid, kon ik mij er op dat moment wel in vinden dat er 3 of 4 gesprekken met mijn budget zouden worden verrekend. Soms moet je je verlies nemen.

In dezelfde mail gaf ze aan dat er nog maar heel weinig vooruitgang was geboekt en dat er nog veel moest gebeuren. Dat was een duidelijk antwoord, maar mijn vermoeden dat Cristine van der Glas net zo weinig uit de gesprekken had gehaald als ikzelf werd hiermee helaas wel bevestigd.

mailwisseling over extra rapportage

Ik had aangegeven dat er van de extra rapportage niet per se een afschrift naar het UWV hoefde te gaan. Cristine van der Glas stelde mij toen de bijzondere vraag (pdf) waar ik de rapportage dan precies voor nodig had. Dat vond ik vreemd. Het loopbaantraject was bedoeld voor mij persoonlijk en niet voor het UWV. De rapportage zou naar zijn aard erg persoonlijk zijn en ik wist bij voorbaat al dat het UWV er toch niets mee zou doen.

Cristine van der Glas maakte erg veel aantekeningen, die bedoeld waren voor de uitgebreide eindrapportage. De tussentijdse rapportage had wat mij betreft hetzelfde doel. Een loopbaantraject van €6210 heeft voor mij geen waarde als daar geen uitgebreide rapportage bij zit. Op 19 juni heb ik daarom een uitgebreide verduidelijking (pdf) gestuurd. Daar kreeg ik op 24 juni de reactie (pdf) op dat het haar al duidelijk was en dat de toelichting overbodig was.

Omdat ik een vreemd voorgevoel had, heb ik toen ook verzocht om contact op te nemen als er iets was. Dat voorgevoel kwam uit, want een dag later werd het traject eenzijdig beëindigd.

eenzijdige beëindiging

Een week nadat Cristine van der Glas had bevestigd dat er nog maar 3 of 4 gesprekken hadden plaatsgevonden, ontving ik een kort bericht (pdf) dat het budget op zou zijn en dat het traject beëindigd werd. De extra rapportage waar ik om gevraagd had zou niet worden opgesteld. Over de uitgebreid eindrapportage werd al helemaal gezwegen. Ik wist meteen hoe laat het was. Ik was belazerd.

Ik besloot het UWV te informeren (pdf) en Frans de Blocq en Cristine van der Glas in de gelegenheid (pdf) te stellen hun misstap recht te zetten. In die mail heb ik nogmaals benadrukt dat ik niet wilde “meerekenen”, maar dat ik slechts een indicatie wilde hebben van het aantal uren dat nog restte. Ik heb ook aangegeven een afspraak te willen maken voor een gesprek.

Het UWV heb ik gevraagd om nog niet in te grijpen omdat dit misschien alleen maar weerstand zou oproepen. Ik confronteerde (pdf) Frans de Blocq met het feit dat een week eerder nog was bevestigd dat er nog maar enkele gesprekken waren geweest. Ik kreeg daar geen reactie op.

Ook lichtte ik mijn advocaat in. Die vertelde me dat dit soort praktijken heel vaak voorkomt en dat er bijna niets tegen te doen is. Ik ging op internet zoeken en jawel, ik vond tal van nieuwsberichten. Jaarlijks verdwijnen miljarden in de zakken van dubieuze re-integratiebedrijven.

geen antwoorden

Op de vragen die ik stelde kreeg ik geen antwoord. Een afschrift van hun gedragscode wilden ze niet overleggen. Frans de Blocq wilde al snel de ontvangst van mijn berichten niet langer bevestigen. Wel ontving ik een in elkaar geknutselde urendeclaratie, die moest aantonen dat er veel meer uren waren besteed dan begroot. Uit dat overzicht bleek dat ze tal van uren hadden verzonnen en dat uren die te maken hadden met bedrijfsvoering in rekening werden gebracht als zijnde dienstverlening.

Dat Cristine van der Glas een week eerder nog had gesteld dat er maar 3 of 4 gesprekken hadden plaatsgevonden en dat Frans de Blocq nog had gesteld volkomen transparant te zijn als het ging om de uren, werd voor het gemak maar even vergeten.

urendeclaratie

De urendeclaratie (pdf) die ik ontving bezorgde mij plaatsvervangende schaamte. Voor de intake en het opstellen van de reïntegratieovereenkomst zijn 12 uren gerekend, terwijl daar maar 2 uren voor stonden ingepland (pdf). Deze onderdelen waren op het moment van de ondertekening echter al aan de orde geweest. Indien Frans de Blocq daar zoveel uren voor had willen rekenen, had hij ze dus in de reïntegratieovereenkomst kunnen en moeten opnemen. Nu waren die uren zonder overleg afgetrokken van de uren die stonden voor begeleiding.

Voor de verplichte rapportages, waarvan van tevoren reeds bekend was dat ze gemaakt moesten worden, werd achteraf 2 uur per stuk gerekend. Ook dat had in de reïntegratieovereenkomst moeten worden opgenomen als hij ze met mijn budget had willen verrekenen. Ik was er van uit gegaan dat deze tijd zat verdisconteert in zijn (marktconforme) uurtarief. Overigens hadden de rapportages nauwelijks iets om het lijf, zodat daaraan zeker geen 2 uur tijd hoefde te worden besteed.

Voor het lezen van mijn vraag om een urenoverzichtje en het produceren van de knullige declaratie werd 2,5 uur tijd gerekend. Behalve dat deze tijd eveneens behoorde te zijn inbegrepen in het uurtarief, blijkt hieruit wel dat Frans de Blocq tot die tijd totaal geen zicht had op de uitvoer ten opzichte van de planning. Ze deden maar wat en hadden vervolgens 2,5 uur tijd nodig om de “gemaakte uren” te bedenken.

Gedurende de rechtszaak die volgde kwam Frans de Blocq nog weer met een nieuwe (ondoorzichtige) declaratie, waarbij het aantal uren dat tijdens het traject gemaakt zou zijn nog eens was verdubbeld. De fantasie van deze man kent geen grenzen.

Het is nogal pijnlijk dat iemand met jarenlange ervaring in het bedrijfsleven als interim-manager en projectmanager niet het verschil kent tussen uren t.b.v. bedrijfsvoering en uren t.b.v. dienstverlening. Frans de Blocq adviseert startende ondernemers, terwijl hij niet eens weet welke uren je wel of niet aan een klant in rekening kunt brengen.

Als je vindt dat je veel meer uren moet maken dan is begroot, hoor je dat uiteraard vooraf te overleggen in plaats van ze achteraf in rekening te brengen.

“uitnodiging”

Ik heb ze een maand de tijd gegeven zich te bezinnen en de relevante stukken te overleggen, voordat ik een officiële klacht indiende. Ook had ik inmiddels het UWV op de hoogte (pdf) gebracht dat Frans de Blocq zijn plan wilde doorzetten. Op dat moment hadden Frans de Blocq en Cristine van der Glas mij beide via de mail laten weten dat een gesprek niet tot de mogelijkheden behoorde en dat voor hen de kous af was.

Frans de Blocq weigerde de ontvangst van mijn klacht te bevestigen. Hierop stuurde ik een aangetekende brief. Per aangetekende brief werd ik vervolgens uitgenodigd (pdf) voor een gesprek. Deze uitnodiging stond in schril contrast met hun rare en onwelwillende gedrag. Nu ik recht had op een schriftelijke afhandeling besloot ik van dat recht gebruik te maken en niet op de “uitnodiging” in te gaan.

Uit de daarop volgende brief (pdf) bleek dat Frans de Blocq inderdaad geenszins de intentie had om de problemen op te lossen. Er werd op geen enkele manier verantwoording afgelegd en het klachtenregelement van Noloc werd genegeerd.

Tot zover dus de bereidheid om tot een oplossing te komen. Richting UWV en later ook richting de rechtbank werd inderdaad net gedaan alsof met deze uitnodiging aan mijn klachten tegemoet was gekomen. Zoals verwacht werd ik ervan beschuldigd dat ik niet had willen meewerken aan een oplossing.

UWV

Toen duidelijk werd dat Frans de Blocq weigerde te reageren, en dat zijn “uitnodiging” slechts bedoeld was om zijn eigen straatje schoon te vegen, nam ik opnieuw contact (pdf) op met Jan van den Berg van het UWV. Hij wilde het hele verhaal op papier hebben.

Dat heb ik hem gestuurd en naar aanleiding daarvan hadden we telefonisch contact, waarin hij aangaf dat het oplichting betrof en dat hij maatregelen zou treffen, maar iedere actie bleef uit.

Op een gegeven moment werd er niet meer op mijn mails en telefoontjes gereageerd. De laatste factuur aan Frans de Blocq blijkt op 25 augustus 2011 te zijn voldaan. Dat is dus lang nadat ik het UWV uitgebreid had ingelicht over de oplichtingspraktijken.

advocaat

Toen zowel het UWV als Frans de Blocq weigerden te reageren, heb ik een advocaat ingeschakeld. Deze stelde dat een civiele zaak kans zou hebben en stelde voor om eerst per brief nogmaal om opheldering te vragen. Het is mijn ervaring dat mensen vaak tot rede gebracht kunnen worden zodra je een advocaat inschakelt die probeert een schikking te treffen.

Mijn hoop was dat Frans de Blocq eveneens een professionele advocaat zou inhuren, zodat een normaal gesprek mogelijk zou zijn. Helaas was dat niet het geval. Frans de Blocq huurde een jurist in die de zaak onnodig verder liet escaleren. De twee hebben elkaar kennelijk opgejut, want in plaats van te schikken eisten ze een schadevergoeding die steeds hoger opliep. Uiteindelijk eisten ze meer dan 23.000 euro.

behaalde resultaten

Als ik naar de urenplanning kijk kan ik maar één onderdeel kan afvinken. Dat waren twee sessies met een externe coach. Deze zijn op zich naar tevredenheid uitgevoerd. Het is duidelijk dat het hele traject voor Frans de Blocq niets meer betekende dan incasseren van geld en voldoen aan zijn papieren verplichtingen naar het UWV.

Plaats een reactie