Getagd: beschuldiging

Geen klachtenprocedure

Ik volgde een loopbaan-traject bij De Blocq Talent Management in Deventer. Dit liep uit op een rechtszaak waarin hij mij van talloze zaken beschuldigde. Frans de Blocq werd bijgestaan door oud-advocaat/ jurist S.J. Spanjaard. 

De beschuldiging luidt dat ik geweigerd heb om op de uitnodiging van Frans de Blocq in te gaan om een gesprek te voeren en dat ik geweigerd heb de officiële klachtenprocedure te volgen.

geen normale communicatie mogelijk

Toen Frans de Blocq het traject plotseling beëindigde heb ik hem en Cristine van der Glas in de gelegenheid gesteld hun fout te herstellen. Ik heb het in eerste instantie een misverstand (pdf) genoemd en heb hen vriendelijk verzocht nog eens goed naar hun administratie te kijken. Op die manier hadden ze alle ruimte om op hun beslissing terug te komen.

Toen daar geen reactie op kwam, ben ik enkele stukken gaan opvragen, waaronder de gedragscode, een afschrift van de werkaantekeningen en de algemene voorwaarden. Geen van beiden wilden die overleggen. Wel was Frans de Blocq er als de kippen bij om mij te laten weten dat er kosten (pdf) in rekening gebracht konden worden als ik mijn dossier wilde inzien.

Van enige welwillendheid was geen sprake. Ik ontving slechts een in elkaar geknutselde urendeclaratie die duidelijk niet overeenkwam met wat vooraf was afgesproken. Voor de rest werd er niet inhoudelijk gereageerd en desgevraagd werd de ontvangst van mijn mails niet bevestigd. Zowel Frans de Blocq als Cristine van der Glas lieten weten absoluut niet bereid te zijn tot een gesprek.

“uitnodiging”

Ik heb hen een maand de tijd gegeven zich te bezinnen en om de relevante stukken te overleggen, voordat ik bij Frans de Blocq een officiële klacht indiende. Hij weigerde desgevraagd de ontvangst daarvan te bevestigen. Hierop stuurde ik een aangetekende brief. Per aangetekende brief werd ik vervolgens uitgenodigd (pdf) voor een gesprek. Dat is op zich al niet heel uitnodigend en onnodig bovendien. Ik was immers niet degene die de ontvangst van mails weigerde te bevestigen.

In dezelfde brief gaf Frans de Blocq aan de klacht niet officieel in behandeling te kunnen nemen. Daarvoor zou ik mij tot Noloc moeten wenden, de beroepsvereniging waarbij hij was aangesloten. Mijn klachten leken mij echter belangrijk genoeg om wel officieel in behandeling te worden genomen. Ik was voor ruim 7 duizend euro opgelicht. Om een gesprek te voeren met een oplichter had ik geen trek, en al helemaal niet als de intentie niet was om mijn klachten formeel in behandeling te nemen.

De verwijzing naar Noloc was onnodig formaliserend, omdat Noloc mij geen enkel inzicht zou kunnen verschaffen in het rare gedrag en in de urendeclaratie. Ik had volgens het reglement van Noloc recht op een schriftelijke afhandeling door Frans de Blocq zelf. Ik wilde uiteraard van dat recht gebruik te maken. Ik had mijn klacht schriftelijk ingediend en daar paste een schriftelijke afhandeling bij.

Duidelijk was bovendien welke waarde Frans de Blocq en Cristine van der Glas hechtten aan mondelinge afspraken: geen enkele. Gezien de talloze verdraaiingen en beschuldigen die later werden geuit, alleen al naar aanleiding van de schriftelijke communicatie, had ik er niet aan moeten denken wat daar allemaal nog bij zou zijn gekomen indien er een gesprek zou zijn gevoerd. Dan had hij helemaal onbeperkt en oncontroleerbaar zijn gang kunnen gaan.

Alles wees erop alsof hij met deze “uitnodiging” zijn straatje wilde schoonvegen. Dat bleek inderdaad het geval toen ik later zijn afhandelingsbrief (pdf) ontving. Er werd op geen enkele manier verantwoording afgelegd en het klachtenregelement van Noloc werd genegeerd. Tot zover dus de bereidheid om tot een oplossing te komen. Richting UWV en later ook richting de rechtbank werd inderdaad net gedaan alsof met deze uitnodiging aan mijn klachten tegemoet was gekomen.

Noloc

Toen Frans de Blocq mij verwees naar Noloc heb ik contact met hen gezocht. Ze vertelden mij dat ik volgens het klachtenreglement binnen 4 weken recht had op een schriftelijke behandeling door Frans de Blocq zelf. Ook stuurden ze mij de gedragscode toe. Dit was zeer verhelderend.

Een vervolgprocedure bij de Noloc zou slechts kunnen opleveren dat Frans de Blocq disciplinaire maatregelen opgelegd zou kunnen krijgen. Ik was echter niet uit op genoegdoening, maar op schadeloosstelling. Bevoegdheid tot het beslissen inzake een schadevergoeding heeft Noloc echter niet. De uitkomst van dit gesprek heb ik aan Frans de Blocq en aan het UWV laten weten (pdf).

In de reïntegratieovereenkomst (pdf) staan bij 12.1 de rechten en plichten vermeld: “De klant heeft het recht om een klacht in te dienen bij het reïntegratiebedrijf of bij UWV als hij ontevreden is over de manier waarop hij door het reïntegratiebedrijf wordt behandeld.” Er bestond met andere woorden geen enkele plicht om mijn klacht aan Noloc voor te leggen. Ik heb mijn klacht schriftelijk aan Frans de Blocq voorgelegd, en dit had hij moeten afhandelen.

Extra uren

Ik volgde een loopbaan-traject bij De Blocq Talent Management in Deventer. Dit liep uit op een rechtszaak waarin hij mij van talloze zaken beschuldigde. Frans de Blocq werd bijgestaan door oud-advocaat/ jurist S.J. Spanjaard. 

Eén van deze beschuldiging luidt dat Frans de Blocq veel meer uren in het traject heeft moeten steken dan normaal. Zowel het tot stand brengen van de reïntegratie-overeenkomst als mijn sabotagepogingen zouden hem veel extra tijd gekost hebben.

Toen Frans de Blocq als voorwaarde stelde dat er een ZMP-status moest komen heb ik er persoonlijk voor gezorgd dat ik die kreeg. De inhoud van het reïntegratie-plan was tijdens kennismakingsgesprek reeds was besproken (pdf), dus het schrijven ervan hoefde niet veel tijd te kosten. Frans de Blocq heeft slechts één telefoontje met het UWV gepleegd voordat het UWV akkoord ging met het reïntegratieplan. Meer daarover lees je bij de ZMP-status.

Frans de Blocq heeft allerlei uren verzonnen. Daarbij zijn talloze uren in rekening gebracht die vallen onder bedrijfsvoering en niet onder dienstverlening. Er was echter juist nadrukkelijk afgesproken om zorgvuldig met de planning om te gaan.

opstellen reïntegratie-overeenkomst: 22 uren in plaats van 2 uren

Op 16 april 2009 werd de reïntegratie-overeenkomst door mij en door Frans de Blocq getekend. In die overeenkomst waren 2 uren (pdf) opgenomen voor het onderdeel “intake en het opstellen van het reïntegratieplan”. Deze onderdelen waren al aan bod gekomen voordat het plan ondertekend werd en het betrof dus een planning achteraf.

De resterende 52 uren zouden besteed worden aan begeleidende gesprekken. Een duidelijke afspraak zou je denken. Maar dat gold niet voor Frans de Blocq.

10 extra uren

Hij meende achteraf en zonder overleg 10 uren (pdf) extra te kunnen rekenen voor dit eerste onderdeel. Bij punt 33 (pdf) van zijn Conclusie van Antwoord aan de rechtbank motiveert Frans de Blocq nogmaals de 10 extra uren die gemaakt zouden zijn in verband met het schrijven van het reïntegratieplan. Deze verantwoording komt overeen met de eerder urendeclaratie die ik had ontvangen. Deze uren zouden gemaakt zijn door Cristine van der Glas. Mijn vragen daarover werden niet beantwoord en moest ik volgens Frans de Blocq maar voorleggen aan beroepsorganisatie Noloc.

plus nóg 10 extra uren

In die Conclusie van Antwoord aan de rechtbank maakt Frans de Blocq het echter nog bonter. Hij rekent, gezien punt 32d (pdf), opnieuw 10 uren extra en ditmaal voor zijn eigen werkzaamheden. Hij zou “een groot aantal contacten met het UWV en diverse UWV-functionarissen met name in de beginfase van het traject” hebben gehad en daarnaast nog “telefonisch overleg en e-mailcorrespondentie met diverse instanties en betrokkenen.”

Frans de Blocq heeft naast het UWV alleen contact gehad met een externe coach. Zij heeft vervolgens een offerte gestuurd en dat was het. Ik heb zelf contact met haar opgenomen om afspraken te maken. Haar naam wordt dan ook genoemd, maar wie al die andere betrokkenen en instanties zijn geweest is mij niet bekend en dat wordt ook niet duidelijk. Wie al die andere UWV-functionarissen zouden geweest moeten zijn evenmin. Ook wordt niet aangegeven waarover die contacten dan hadden moeten gaan.

Indien Frans de Blocq daar 10 uren werk aan heeft verricht, waarom kan hij dan niet één naam geven, één aantekening of mailtje waaruit dit zou moeten blijken? Hij heeft gezien zijn Conclusie van Antwoord aan de rechtbank 100 uren (pdf) besteed aan de rechtszaak. Kon hij dan niet 10 minuten vinden om wat namen en onderwerpen op te schrijven of wat mailtjes uit te printen?

De tweemaal 10 extra uren komen ook terug in het overzicht (pdf) dat Frans de Blocq had opgenomen in zijn Conclusie van Antwoord. De eerste 10 extra uren heeft hij van mijn budget afgetrokken en de tweede 10 extra uren maken deel uit van de schadeclaim zoals die terug te vinden is onder 3.3.c van het vonnis.

Indien Frans de Blocq meer dan 2 uren had willen rekenen voor de intake het het opstellen van het reïntegratieplan, had hij dit in het plan had moeten opnemen. Op geen enkele manier is nu duidelijk waarom dit onderdeel zoveel tijd gekost zou moeten hebben.

bedrijfsvoering versus dienstverlening

Voor de verplichte rapportages, waarvan van tevoren reeds bekend was dat ze gemaakt moesten worden, rekent Frans de Blocq 2 uur per stuk (pdf). Ook daarvoor geldt dat dit in de reïntegratieovereenkomst had moeten worden opgenomen als hij ze met mijn budget wilde verrekenen. Nu ging ik er van uit dat deze tijd zat verdisconteert in het (marktconforme) uurtarief.

Overigens hadden de rapportages nauwelijks iets om het lijf, zodat daaraan zeker geen 2 uur tijd hoefde te worden besteed. Ze zijn gemaakt in de beginfase van het traject, toen er een opschorting van een half jaar was. Voor het lezen van mijn vraag (pdf) om een urenoverzichtje en het produceren van de knullige declaratie wordt 2,5 uur tijd gerekend. Behalve dat deze tijd hoort te zijn inbegrepen in het uurtarief, blijkt hieruit wel dat men tot die tijd volstrekt geen zicht had op de uitvoer ten opzichte van de planning. Men deed maar wat en had vervolgens 2,5 uur tijd nodig om de “gemaakte uren” te bedenken.

Het voert te ver om alle geclaimde uren langs te lopen, maar bovenstaande geeft een goed beeld van de manier waarop Frans de Blocq uren in rekening denkt te kunnen brengen. Het is nogal schrijnend dat iemand met jarenlange ervaring in het bedrijfsleven als interim-manager en als projectmanager niet het verschil kent tussen uren t.b.v. bedrijfsvoering en uren t.b.v. dienstverlening.

Deze man adviseert startende ondernemers, terwijl hij niet eens weet welke uren je wel of niet aan een klant in rekening kunt brengen. Als je vindt dat je veel meer uren moet maken dan vooraf begroot, moet je dat uiteraard vooraf overleggen in plaats van ze achteraf ongevraagd in rekening te brengen.

zorgvuldig met uren omgaan

Er is vooraf een urenplanning gemaakt, die onderdeel uitmaakte van het reïntegratieplan. Frans de Blocq claimt achter af in de urendeclaratie (pdf) en in zijn Conclusie van Antwoord (pdf) aan de rechtbank dat hij daar 4 uur tijd in heeft gestoken, dus mag je aannemen dat die planning zorgvuldig tot stand is gekomen. Het is geen probleem als daar in overleg van wordt afgeweken.

Er is echter geen overleg geweest en op mijn vraag of de planning niet in de knoei zou raken toen Cristine van der Glas wel erg veel uren nodig had voor onderdeel 1, kreeg ik steeds als antwoord dat ik me geen zorgen hoefde te maken. Alle trajectonderdelen zouden aan bod komen, zoals dat op mijn verzoek vooraf nadrukkelijk was afgesproken (pdf).

Op mijn verzoek is in de rapportages na drie (pdf) en zes (pdf) maanden opgenomen dat er geen uren naar andere zaken zouden gaan dan naar loopbaanbegeleiding. In die rapportages staat ook dat de contacten die er gedurende de opschorting plaatsvond niet loopbaaninhoudelijk waren.

Overigens heeft Frans de Blocq naar het UWV een andere (pdf) zesmaandsrapportage heeft verzonden dan naar mij. De afspraak dat er geen uren zouden gaan naar andere dan de begrote zaken is in de rapportage naar het UWV niet opgenomen. Dat er naar het UWV een andere rapportage was gezonden ontdekte ik pas toen ik na afloop van het traject mijn dossier opvroeg. De rapportage die naar het UWV is gegaan, is door mij dus ook niet ondertekend.

behaalde resultaten

Als ik naar de urenplanning (pdf) kijk kan ik, behalve de het opstellen van het reïntegratieplan, maar één onderdeel afvinken. Dat waren twee sessies met een externe coach. Deze zijn naar tevredenheid uitgevoerd. Voor het overige is er een klein begin gemaakt met het in kaart brengen van motivatiepatronen, maar dat heeft niet tot resultaten geleid. Er is niets op papier gezet en de belangrijkste doelstellingen zoals die waren geformuleerd zijn niet behaald.

Terug naar beschuldigingen

ZMP-status

Ik volgde een loopbaan-traject bij De Blocq Talent Management in Deventer. Dit liep uit op een rechtszaak waarin hij mij van talloze zaken beschuldigde. Frans de Blocq werd bijgestaan door oud-advocaat/ jurist S.J. Spanjaard. 

In zijn Conclusie van Antwoord (verweer) aan de rechtbank heeft Frans de Blocq meerdere malen gesteld (pdf) dat ik op eigen initiatief een ZMP-status zou hebben aangevraagd, voordat ik naar een reïntegratiebedrijf ging zoeken. Met deze status zou ik niet aan een baan zou hoeven beginnen en het traject kunnen saboteren. Daarnaast stelt hij dat hij in de beginfase van het traject 10 uren zou hebben besteed aan een groot aantal contacten met diverse medewerkers.

In werkelijkheid heeft Frans de Blocq de ZMP-status als voorwaarde gesteld, hetgeen blijkt uit deze mail (pdf). De reden voor deze voorwaarde was dat zijn gegarandeerde inkomsten bijna zouden verdubbelen. Ik was niet blij met deze voorwaarde, maar ik heb er desondanks tijd en energie in gestoken om die status te krijgen. Vervolgens heeft Frans de Blocq slechts één telefoontje gepleegd voordat het UWV akkoord ging met het reïntegratieplan.

ZMP

De term ZMP staat voor Zeer Moeilijk Plaatsbaar. In de toelichting op pagina 2 staat dat het protocol ZMP (pdf) in het leven is geroepen om het financiële risico en de extra inspanningen van het reïntegratiebureau te compenseren, zodat iemand die zeer moeilijk plaatsbaar is toch in aanmerking komt voor de dienstverlening en het maatwerk dat nodig is om hem te kunnen plaatsen. Toepassing van het protocol betekent dus niet dat de cliënt geen baan hoeft te accepteren, zoals Frans de Blocq beweert. Het betekent slechts een financieel voordeel voor het reïntegratiebedrijf.

50 procent versus 80 procent

Het UWV had geoordeeld dat ik in aanmerking kwam voor een reïntagratiebudget van €5000 (pdf). Dit was op dat moment het standaardbedrag. Normaalgespoken krijgt een reïntegratiebedrijf daarvan gegarandeerd 50% uitbetaald. De andere 50% ontvangt men alleen indien er sprake is van een plaatsing. Als de cliënt echter een ZMP-status heeft, geldt een gegarandeerde betaling van 80%. Bovendien mag men een traject volgen van meer dan €5000. Het reïntegratiebedrijf moet dat dan wel goed kunnen onderbouwen.

inkomsten bijna verdubbeld

Normaalgesproken zou Frans de Blocq gegarandeerd een bedrag uitbetaald krijgen van €2500 (50% van €5000). Indien er sprake was van een ZMP-status zou hij gegarandeerd een bedrag krijgen van €4968 (80% van 6210). Dat betekende bijna een verdubbeling van zijn gegerandeerde inkomsten. Geen wonder dat Frans de Blocq graag wilde dat ik een ZMP-status zou aanvragen.

Dat Frans de Blocq achteraf ontkent dat hij zelf de ZMP-status als voorwaarde had gesteld, geeft aan dat zijn motieven niet zuiver waren. Hij loog hierover tegen de rechtbank en zei dat ik zelf de ZMP-status wilde omdat ik dan geen baan zou hoeven accepteren. In zijn verweer (pdf) verwijst hij naar het 13.1 (pdf) van het Plan van Aanpak. Hieruit blijkt echter niet dat ik degene ben die de status heeft aangevraagd.

“geen zmp, geen traject”

Op 4 maart 2009 had ik een intakegesprek. Naar aanleiding daarvan zijn afspraken gemaakt en op 10 maart (pdf) bevestigde Cristine van der Glas dat ze bezig is met het schrijven van de reïntegratieplan. Daar zouden volgens haar geen verrassingen in staan, nu de inhoud daarvan reeds in grote lijnen was besproken.

Op 17 maart belde ze mij echter met de mededeling dat zij en Frans de Blocq het traject alleen maar zouden kunnen uitvoeren indien een ZMP-status werd toegekend. Ik was daardoor onaangenaam verrast. Een ander reïntegratiebedrijf waarmee ik eerder kennismakingsgesprekken had gehad stelde dezelfde voorwaarde en het UWV had dat afgewezen (pdf). Ik voorzag dat het traject in het water zou vallen.

Nadat ik toestemming van het UWV had gekregen om een reïntegratiebedrijf te selecteren had ik daarvoor een wettelijke termijn van 35 dagen die eenmaal verlengd kan worden. Deze termijn was al voorbij, zodat ik niet meer terug kon. Frans de Blocq en Cristine van der Glas wisten daarvan, en kwamen desondanks nu pas met deze extra voorwaarde. We hadden het trajectplan al in grote lijnen besproken, dus waarom kwam men er nu pas mee?

“je moet procederen”

Cristine van der Glas wist echter wel raad met dit probleem: ik moest procederen. Het toekennen van een ZMP-status is namelijk een besluit waartegen je een bezwaarprocedure kunt starten. Ik had daar echter helemaal geen zin in. Het zou lang gaan duren en ik wilde gewoon aan de slag. Ook Frans de Blocq drong hierop aan. Het ging immers om mijn eigen toekomst?

uitnodiging

Op 24 maart stuurde Cristine van der Glas mij een uitnodiging (pdf) voor een gesprek op kantoor om de strategie rondom de ZMP-status te bespreken. Uit deze mail blijkt dat Frans de Blocq in verband met de financiën deze status als voorwaarde stelde.

herbeoordeling ZMP

Ik had geen zin om te procederen en besloot te bellen met het UWV. Omdat ik mij ziek had gemeld, kreeg ik te maken met de afdeling Ziektewet. Op 25 maart maakte ik met deze afdeling de afspraak dat ik op 30 maart een gesprek met de arbeidsdeskundige zou hebben, en dat hij de situatie opnieuw zou beoordelen.

Voorafgaand aan het gesprek vroeg de arbeidsdeskundige informatie (pdf) op bij Henk Jan Hofman en bij afdeling Inkoop Reïntegratie. Opvallend is dat uit die laatste mail (pdf) blijkt dat de arbeidsdeskundige op dat moment eigenlijk al door had dat er iets niet klopte.

Het gesprek met de arbeidsdeskundige vond plaats op 30 maart en was hoopvol. Dit heb ik aan Cristine van der Glas laten weten en de afspraak bij Frans de Blocq op kantoor werd daarom geannuleerd (pdf).

Op 3 april stuurde ik de arbeidsdeskundige de vraag (pdf) of er al een besluit was genomen. In reactie daarop vroeg Jan van den Berg naar het gesprek dat zou plaatsvinden bij Frans de Blocq op kantoor. Op 8 april, terwijl ik Frans de Blocq aan de telefoon had, zag ik de mail (pdf) van Jan van den Berg en opende ik deze. Ik las dat hij akkoord ging met het toekennen van de ZMP-status. Frans de Blocq was daar blij mee en complimenteerde mij dat ik zo actief en strijdlustig was geweest.

Even later stuurde ik de mail van Jan van den Berg door aan Frans de Blocq en aan Cristine van der Glas. Ook Cristine van der Glas vindt het knap van mij dat ik het voor elkaar heb gekregen. Dit is voor haar het sein (pdf) om verder te gaan met het schrijven van het reïntegratieplan en om een nieuwe afspraak te plannen. Het is duidelijk dat het doorgaan van het traject afhing van het al of niet krijgen van de ZMP-status.

De reden dat Jan van den Berg (afdeling ZW) tot een ander oordeel kwam dan Henk Jan Hofman (afdeling WW) is dat hij beschikte over meer informatie (pdf). Dat is juist, want de ZMP-status is toegekend op basis van mijn medische dossier, dat op de afdeling ZW lag.

één telefoontje

In de mail van 7 april van Jan van den Berg stond ook dat hij nog geen contact (pdf) met Frans de Blocq heeft gehad. Hij zou dit doen, indien nodig, na ontvangst van het reïntegratieplan.

Op 17 april heeft Frans de Blocq het trajectplan opgestuurd (pdf) naar Jan van den Berg, met het verzoek om te bellen. Op 14 mei stuurt Cristine van der Glas mij het bericht dat Jan van den Berg, na één telefoontje (pdf) met Frans de Blocq, akkoord is gegaan met het reïntegratieplan. Enkele dagen later heeft het UWV dit akkoord schriftelijk (pdf) en per mail (pdf) bevestigd.
Frans de Blocq heeft dus nauwelijks tijd geïnvesteerd in het ZMP-verhaal. Ik heb dat zelf met het UWV geregeld.

Verzwijgen arbeidsongeschiktheid

Ik volgde een loopbaan-traject bij De Blocq Talent Management in Deventer. Dit liep uit op een rechtszaak waarin hij mij van talloze zaken beschuldigde. Frans de Blocq werd hierin bijgestaan door oud-advocaat/ jurist S.J. Spanjaard. 

Eén van de beschuldigingen luidt dat ik zou hebben verzuimd om Frans de Blocq tijdig in te lichten over mijn arbeidsongeschiktheid.

Waarom ik dit zou hebben verzwegen en welk nadeel Frans de Blocq hierdoor zou moeten hebben ondervinden is nooit duidelijk geworden. Ik ben juist degene die hierdoor benadeeld is, omdat Frans het traject niet had afgestemd op mijn situatie.

“werkloze”

In zijn verweer aan de rechtbank beschrijft Frans de Blocq mij steeds als “werkloze”, alsof ik in de WW zat. Dit misverstand is zo hardnekkig, dat de rechter het in haar vonnis heeft overgenomen. Dat maakt op zich niet uit, want of je nu werkloos bent of in de Ziektewet zit, in beide gevallen kon je (op dat moment nog) een aanvraag indienen voor een reïntegratietraject. Maar het maakt de beschuldiging niet minder merkwaardig.

Ziektewet

Op 8 april 2009, dat is voor aanvang van het traject, stuurde ik Frans een mail (pdf) waaruit blijkt dat ik me heb ziek gemeld en dat Jan van den Berg van de afdeling Ziektewet de contactpersoon is voor het traject. Op 17 april 2009 verstuurt (pdf) Frans het trajectplan aan diezelfde afdeling Ziektewet.

In de reïntegratieovereenkomst staat onder 2.1 vermeld dat de begeleiding geschiedt door de afdeling Ziektewet (ZW). Ook in het Plan van Aanpak, dat Frans de Blocq bij aanvang van het traject ontving (pdf), staat onder 9.2 (pdf) genoemd dat de ondersteuning plaatsvindt vanuit deze afdeling.

In de zesmaandsrapportage (pdf) maakt Frans de Blocq uitgebreid melding van mijn ziekmelding. Onder 4.4 van het vonnis oordeelde de rechtbank dat uit de zesmaandsrapportage van 28 december 2009 inderdaad blijkt dat ik me heb ziek gemeld.

ZMP-status
Frans de Blocq had als voorwaarde voor het traject gesteld dat ik de ZMP-status toegekend zou krijgen. De afdeling WW wilde die niet toekennen. Omdat ik mij had ziekgemeld is dit nogmaals beoordeeld, dit keer door een arbeidsdeskundige van de afdeling Ziektewet.

Omdat hij over mijn medische dossier beschikte, is de arbeidsdeskundige tot een andere conclusie gekomen en heeft hij mij wel de ZMP-status toegekend.

Dat maakt het extra merkwaardig dat Frans de Blocq mij ervan beschuldigt dat ik heb verzwegen dat ik in de Ziektewet zat. Het traject zou er zonder die ziekmelding helemaal niet gekomen zijn en Frans de Blocq weet dat.

sabotage

Ik volgde een loopbaan-traject bij De Blocq Talent Management in Deventer. Dit liep uit op een rechtszaak waarin hij mij van talloze zaken beschuldigde. Frans de Blocq werd bijgestaan door oud-advocaat/ jurist S.J. Spanjaard. 

Frans de Blocq stelde in zijn verweer dat ik van aanvang af het loopbaan-traject gesaboteerd zou hebben, omdat ik niet geplaatst zou willen worden.

geen verplichting

Het volgen van een reïntegratietraject is niet verplicht. Als je arbeidsongeschikt bent wegens ziekte kun je er zelf voor kiezen of je zo’n traject wilt volgen of niet. Indien ik niet geplaatst had willen worden, dan had ik nooit een traject hebben aangevraagd.

ziekte

Over de vertraging die ontstond vanwege mijn gezondheid is voortdurend contact met het UWV geweest. Mijn situatie werd periodiek beoordeeld, zoals dat gebruikelijk is als je in de Ziektewet zit. Hiervan bestaan vier geneeskundige rapportages.

Een jaar nadat het traject was gestart was er een verplicht controlemoment. In mijn dossier trof ik de “52e weekse voortgang en bewaking (pdf) van het Plan van Aanpak”, waarin staat vermeld dat het traject weliswaar langzaam loopt, maar dat dit het maximaal haalbare is.

Op 21 februari 2011 heeft er een arbeidsdeskundige beoordeling (pdf) plaatsgevonden door het UWV. In het rapport staat vermeld dat het traject zich wegens omstandigheden in de pauzestand bevind. De arbeidsdeskundige oordeelde dat ik wel gemotiveerd was om de problemen te werken en een baan te verkrijgen. Er staat niets over sabotage.

afspraken

Al aan het begin van het traject was afgesproken (pdf) dat Frans de Blocq het UWV op de hoogte zou houden van het verloop van het traject. Deze afspraak werd bevestigd in de eerder genoemde bewaking (pdf) van het Plan van Aanpak.

Indien Frans de Blocq vond dat ik van aanvang af het traject saboteerde, dan had het op de weg gelegen dat hij mij of het UWV zou hebben benaderd met deze klacht. Met het UWV heeft hij echter geen contact (pdf) onderhouden en ik heb ook geen klacht gehoord.

Integendeel, want in haar mail van 10 november 2010 heeft Cristine van der Glas nog het volgende late weten:

“Ik hoop dat het je gedurende onze gesprekken duidelijk is geworden dat ik wel vertrouwen in je heb en je standpunten en acties totaal niet onbegrijpelijk vindt.”

afzeggingen Cristine van der Glas

Het traject werd ook vertraagd doordat Cristine van der Glas telkens op het laatste moment afzegde:

  • op 22 januari 2010 (pdf) mailt ze dat de afspraak van 10 februari niet kan doorgaan. De afspraak wordt verplaatst naar 17 februari.
  • omdat ze de afspraak slordig registreert (pdf) moet ze op 17 februari de afspraak voor diezelfde middag (pdf) afzeggen.
  • op 30 maart 2010 (pdf) wordt een afspraak voor de dag erna afgezegd. Pas op 21 april (pdf) kan het traject vervolgd worden.
  • op 30 juni 2010 (pdf) wordt de afspraak van de volgende dag afgezegd. Deze wordt verplaatst naar 13 juli.
  • op 13 juli belt om 9:30 de man van Cristine van der Glas dat de afspraak van diezelfde dag niet door kan gaan. Uiteindelijk vindt dit gesprek plaats op 27 juli.

procederen

Gedurende het traject was ik veel bezig met mijn gezondheid en met het veiligstellen van mijn inkomen. Ik wilde zo snel mogelijk beter worden. Helaas duurde het twee jaar voordat mijn recht op een inkomen correct werd beoordeeld door het UWV. Dit kostte veel tijd en energie.

Valse beschuldigingen

Via het UWV volgde ik een loopbaan-traject bij De Blocq Talent Management in Deventer. Na enkele gesprekken beëindigde Frans de Blocq het traject. Het budget van ruim zesduizend euro was zogenaamd op. Ik protesteerde, maar het UWV betaalde gewoon uit. Omdat niets hielp startte ik een rechtszaak.

Frans de Blocq liet zich bijstaan door jurist/ oud-advocaat S.J. Spanjaard. Ze kwamen met een tegeneis van meer dan 23.000 euro. Ik zou hem zogenaamd schade hebben toegebracht. Daartoe verzon hij de gekste beschuldigingen. Het werden er meer en meer. Ik heb besloten ze te publiceren.

Ik heb me beperkt tot de beschuldigingen die de rechtbank belangrijk genoeg vond om in haar beoordeling mee te nemen. Dat lijkt mij een goed en onpartijdig criterium. In werkelijkheid is de lijst met leugens nog veel langer.

Je vindt die beschuldigingen terug in het vonnis onder 3.3 en 3.4 (Eis in Reconventie). De rechtbank oordeelde vervolgens onder 4.4 dat geen van deze beschuldigingen gegrond waren. Oordeel zelf mee.

sabotage
Ik zou het iro-traject gefrustreerd hebben door een niet-coöperatieve houding. Ik zou van aanvang af de bedoeling hebben het traject zodanig te saboteren dat ik nooit een nieuwe baan zou krijgen.

verzwijgen arbeidsongeschiktheid
Ik zou verzuimd hebben om Frans de Blocq tijdig in te lichten over mijn arbeidsongeschiktheid.

extra uren
Vanwege mijn niet-coöperatieve houding zou Frans de Blocq veel meer tijd aan mij hebben besteed dan hij vergoed heeft gekregen.

ZMP-status
Bovenstaande beschuldigingen houden mede verband met het aanvragen van deze status. De aanvraag daarvan zou Frans de Blocq veel tijd gekost hebben.

proceskosten
Frans de Blocq eiste duizenden euro’s vanwege inkomstenderving en juridische bijstand ten gevolge van de rechtszaak.

geen klachtenprocedure
Ik zou de klachtenprocedure niet hebben gevolgd en geen gesprek hebben willen voeren.

De geheime jurist van Frans de Blocq

Ik volgde een loopbaan-traject bij De Blocq Talent Management in Deventer. Frans de Blocq incasseerde zonder noemenswaardige tegenprestatie mijn reïntegratiebudget van het UWV. Toen ik om opheldering vroeg verbrak hij het contact. Daarop schakelde ik een advocaat in, die Frans de Blocq aansprakelijk stelde.

communicatie is weer mogelijk

Frans de Blocq liet weten dat hij ook een jurist had ingeschakeld. Ik was verheugd en hoopte dat zijn jurist hem tot rede zou kunnen brengen. Dat gebeurde ook, althans in zoverre dat er in ieder geval weer gecommuniceerd werd.

Daar waar Frans de Blocq eerder nog weigerde te reageren of zelfs maar leesbevestigingen van mijn mails aan te kruisen, reageerde hij wel op de brieven van mijn advocaat. Eindelijk kreeg ik een inkijkje in de bijzondere gedachtegangen van deze man. Tot rede gebracht was hij echter allerminst.

complottheoriën

In plaats van zich te herpakken deed Frans de Blocq er nog een schepje bovenop: hij had allerlei complottheoriën bedacht en eiste een schadevergoeding van €5191,97. Kennelijk wilde hij mij afschrikken.

Eén ding was duidelijk: hij was van de aansprakelijkheidsstelling erg geschrokken. Hij wist alleen geen betere tactiek te bedenken dan te proberen mij bang te maken. De merkwaardige brief was door Frans de Blocq zelf ondertekend. Ik kon me dan ook niet voorstellen dat er een jurist bij betrokken was geweest. Die zou dit wel wat professioneler hebben aangepakt.

vordering van €23.000

De rare theoriën van Frans de Blocq werden door ons met gemak ontkracht. In plaats van tot inzicht te komen, droeg hij telkens weer nieuwe theoriën aan, de één nog absurder dan de ander. Het bedrag dat hij eiste werd steeds hoger.

Toen duidelijk was dat Frans de Blocq niet tot rede te brengen was stuurde mijn advocaat een concept-dagvaarding. Hij reageerde daarop door te stellen dat mijn advocaat geknipt en geplakt zou hebben in de stukken en eiste een nieuwe set producties.

Tegen die tijd was ons geduld op en hebben we Frans de Blcoq gedagvaard. Frans de Blocq eiste vervolgens 23.000 euro wegens het toebrengen van schade. Hij had intussen al enkele duizenden euro’s van het UWV ontvangen voor zijn geringe inspanningen, maar dat was voor hem blijkbaar niet genoeg.

bewijsmateriaal

Vlak voor de zitting diende Frans de Blocq nog nieuwe stukken (pdf) in bij de rechtbank. Dit betrof onder meer een discussie die ik naar aanleiding van de oplichting was gestart op een vertrouwelijk mailinglijst. Waartoe deze stukken dienden werd pas bekend gemaakt tijdens de zitting: ik zou mij schuldig hebben gemaakt aan kwaadsprekerij. De jurist bleek speciaal lid te zijn geworden van dit forum om mij in de gaten te kunnen houden.

De stukken werden pas op het laatste moment ingediend, zonder daarbij een kopie aan mijn advocaat te zenden. Kennelijk moesten de stukken en de identiteit van de jurist zo lang mogelijk geheim blijven.

zitting

Vlak voor de zitting kwam de aap uit de mouw. Een vreemde man kwam naar ons toe en stelde zich voor als de woordvoerder van Frans de Blocq. Eindelijk konden we kennismaken met de geheime jurist. Zijn naam: S.J.Spanjaard. Waarom hij al die tijd in het geheim had geopereerd was nog steeds niet duidelijk.

Spanjaard had Frans de Blocq er kennelijk van weten te overtuigen dat een schadeclaim van €23.000 mij er vast wel toe zou bewegen mijn vordering in te trekken. Dat het misschien verstandiger was geweest om even een telefoontje met mijn advocaat te plegen alvorens met deze absurde eis te komen, had hij niet bedacht.

gedragscode advocatuur

Mijn advocaat ontdekte later dat Spanjaard in het verleden als advocaat geregistreerd is geweest. In de gedragscode voor advocaten staat dat ze altijd moeten proberen een procedure te voorkomen, en om in plaats daarvan een schikking te treffen. Voor oud-advocaten geldt deze code uiteraard niet, dus kon Spanjaard zich helemaal uitleven en de zaak laten escaleren. Het is erg ongebruikelijk dat advocaten in het geheim iemand vertegenwoordigen, maar Spanjaard hield zijn identiteit tot op het laatste moment geheim.

Daarnaast had hij de vertrouwelijkheid geschonden van de leden van de mailinglijst, maar ook dat interesseerde hem niets. De rechter bepaalde ter zitting meteen dat deze stukken en de beschuldiging van kwaadsprekerij niet in de beoordeling van de zaak zouden worden meegenomen. Het was duidelijk dat ze van deze flauwekul niet gediend was.

schikkingsvoorstel

Zelfs tijdens de zitting werden er nog weer nieuwe theoriën naar voren gebracht, maar het mocht allemaal niet baten. Nadat de zitting had plaatsgevonden stuurde Spanjaard nog een schikkingsvoorstel: ik moest mijn vordering intrekken en daarna zou Frans de Blocq in overweging nemen of hij zijn eis ook zou intrekken.

Onderhandelen betekent doorgaans dat je gelijk oversteekt, dus Spanjaard maakte zich met zijn manier van onderhandelen alleen maar belachelijk. Toen ik met dit rare voorstel niet akkoord ging, liet hij spammails naar mijn mailadres sturen in de kennelijke veronderstelling dat ik daarvan onder de indruk zou zijn. Mijn mailadres bezat hij omdat ik hem vlak daarvoor op enigszins denigrerend wijze had verzocht zich van de mailing-lijst af te melden. Moge Allah mij vergeven, maar ik kan voor dit soort mensen nu eenmaal geen respect opbrengen.

Vervolgens verzocht (pdf) hij mijn advocaat of ik hem niet meer wilde mailen. Daarop wees ik hem terecht (pdf) en is nooit meer iets van hem vernomen waarna er opnieuw een forse escalatie plaatsvond.

Update 28-04-14:

Ik waarschuwde Spanjaard dat ik zijn naam zou publiceren indien hij mij opnieuw zou lastigvallen. Dat deed hij inderdaad, waarop ik zijn naam openbaar heb gemaakt, zodat anderen voor hem zijn gewaarschuwd.